Turboliquidatie of faillissement?
Turboliquidatie of faillissement?
Ook een rechtspersoon, bijvoorbeeld een besloten vennootschap, heeft niet het eeuwige leven. Wat kunt u doen in een situatie dat uw onderneming geen bezittingen (ook wel baten genoemd) meer heeft en alleen schulden? De wet voorziet daar gelukkig in. Een vennootschap kan dan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering van de aandeelhouders.
Wanneer wordt besloten tot ontbinding?
Vaak wordt een dergelijk besluit genomen omdat de aan de vennootschap verbonden onderneming is opgehouden te bestaan, en worden voorafgaand aan het besluit tot ontbinding de aanwezige baten aangewend tot betaling van de (laatste) schuldeisers.
Dit heeft tot gevolg dat ten tijde van het besluit, en dus de ontbinding, er geen baten meer zijn, waardoor de vennootschap direct ophoudt te bestaan. Vandaar de term “turboliquidatie”, of beter “turbo-ontbinding”.
Wat nu indien de aanwezige baten niet toereikend zijn om alle schuldeisers te voldoen, en dus na het besluit van de algemene vergadering van de aandeelhouders, en de ontbinding van de vennootschap, niet alle schuldeisers zijn voldaan. Er zijn dan op het moment dat de vennootschap ophoudt te bestaan nog schulden.
In de wet is echter (ook) bepaald dat indien de schulden de baten overtreffen, wat in ons voorbeeld het geval is, de vereffenaar, lees de laatste bestuurder, het faillissement van een vennootschap moet aanvragen, de zogenaamde eigen aangifte. Volgt de bestuurder niet deze weg, dan loopt hij het risico dat hij door schuldeisers aansprakelijk wordt gesteld.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in 2016 echter geoordeeld dat indien op het moment van de ontbinding van de vennootschap geen baten aanwezig zijn, en in geval van faillissement evenmin baten te verwachten zouden zijn geweest, kortom het maakt niks uit, de bestuurder geen ernstig verwijt is te maken. Een bestuurder is een dergelijk geval niet persoonlijk aansprakelijk voor de onbetaald gebleven schulden.
Wel heeft een bestuurder in deze situatie wat uit te leggen aan de schuldeisers die met lege handen achterblijven. Zo zal bestuurder moeten aantonen dat geen sprake is geweest van selectieve betaling. De bestuurder moet aantonen dat hij alle schuldeisers in gelijke verhouding heeft behandeld, en zeker niet zichzelf en/of aan hem gelieerde (rechts-)personen wel geheel of gedeeltelijk heeft voldaan.
Faillissement?
Als de (andere) schuldeisers niet zijn benadeeld bij de verdeling van de nog aanwezige baten, is het dus zeer wel mogelijk een vennootschap die niet langer zijn schulden kan betalen buiten faillissement te liquideren.
Desondanks kiezen bestuurder/aandeelhouders, al dan niet op aanraden van hun adviseurs, voor een eigen aangifte, waarbij zij, in mijn woorden, hun rommel over de schutting op het bordje van de curator gooien.
Al in 2005 heeft de Hoge Raad bepaald dat het aanvragen van het eigen faillissement in die situatie, misbruik van bevoegdheid (van de vennootschap) oplevert. De gedachte achter deze uitspraak is dat de bestuurder/aandeelhouder zélf de ontbinding kan bewerkstelligen. De curator moet daarmee dus niet worden opgezadeld.
Kiest bestuurder/aandeelhouder toch voor de weg van de minste weerstand, de weg van de eigen aangifte, dan zal de curator hem zeker aanspreken voor de kosten die de afwikkeling van het faillissement veroorzaken.
Conclusie
Er moet worden gekozen voor turboliquidatie indien:
- er geen toekomst meer is voor de vennootschap;
- de bestuurder zijn zaakjes op orde heeft; en
- het voor de schuldeisers niet uitmaakt op welke wijze de vennootschap ophoudt te bestaan.
Aan ieder voordeel kleeft ook een nadeel. Het is daarom raadzaam om u te laten adviseren zodat u weloverwogen een beslissing kunt nemen die het beste aansluit bij uw situatie. Onze insolventierechtadvocaten kunnen u hierbij helpen. Wij denken graag met u mee over de wijze van beëindiging van uw onderneming.