Bril 2023_website 832x312px

Nieuwe wet- en regelgeving 2023

TEN Advocaten

Nieuwe wet- en regelgeving 2023

Ook dit jaar zetten wij in dit artikel weer de nieuwe wet- en regelgeving 2023 voor u op een rij. Het gaat om nieuwe wetten en regelingen op het gebied van het arbeidsrecht, vastgoedrecht, ondernemingsrecht, privacyrecht, familierecht en erfrecht.
Nieuwe wet- en regelgeving arbeidsrecht
Nieuwe wet- en regelgeving vastgoedrecht

Huurrecht

Nieuwe wet- en regelgeving ondernemingsrecht
Nieuwe wet- en regelgeving privacyrecht
Nieuwe wet- en regelgeving familierecht

Nieuwe wet- en regelgeving Arbeidsrecht

Financiële / fiscale veranderingen

Per 1 januari 2023 vinden er voornamelijk enkele financiële / fiscale veranderingen plaats. Enkele wijzigingen worden onderstaand toegelicht.

Wettelijk minimumloon

Het wettelijk minimumloon gaat met 10,15% omhoog. De bedragen van het wettelijk minimumloon voor 2023 zijn weergegeven op de website van de Rijksoverheid.

Onbelaste thuiswerkvergoeding

De onbelaste thuiswerkvergoeding stijgt met 15 eurocent. Deze was € 2,00 per dag en is per 1 januari 2023 verhoogd naar € 2,15 per dag.

Onbelaste reiskostenvergoeding

De onbelaste reiskostenvergoeding stijgt per 1 januari 2023 van € 0,19 naar € 0,21.

Verhoging vrije ruimte werkkostenregeling

Per 1 januari 2023 wordt de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) tijdelijk verhoogt naar 3% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom. Over het restant van de loonsom blijft de vrije ruimte gelijk aan het percentage uit 2022, namelijk 1,18%.

Transitievergoeding

De maximale transitievergoeding is per 1 januari 2023 € 89.000 of wanneer het jaarsalaris van de werknemer hoger is maximaal 1 bruto jaarsalaris.

Geen korting op basispremie zorgverzekering als arbeidsvoorwaarde

Per 1 januari 2023 is het niet meer mogelijk om als arbeidsvoorwaarde aan werknemers korting te geven op hun basis zorgverzekering. Collectieve zorgverzekeringen blijven wel bestaan. Deze kunnen door werkgevers dus nog worden aangeboden en hebben vaak alsnog financiële voordelen voor werknemers.

Wet toekomst pensioenen

In 2019 is er een pensioenakkoord gesloten tussen het kabinet en werknemer- en werkgeversorganisaties. Hier is het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen uit ontstaan. Op basis van het wetsvoorstel wordt de pensioenopbouw aangepast. De wijziging zit voornamelijk in het aanvullend pensioen dat naast de AOW opgebouwd kan worden (‘de tweede pijler’). Het aanvullende pensioen gaat over van een vast naar een variabel systeem. Daarmee is er geen vooraf bepaald bedrag dat gespaard wordt maar hangt het pensioen af van beleggingsresultaten. Het voorstel bevat daarnaast ook een voorstel tot hervorming van het nabestaandenpensioen en transitieregels.

De ingangsdatum van de nieuwe pensioenwet (de Wet toekomst pensioenen) is al een aantal keer opgeschoven. Ook de ingangsdatum per 1 januari 2023 gaat niet door. De ingang van de wet staat nu gepland voor 1 juli 2023 maar moet nog wel door de Eerste Kamer worden aangenomen. Op 22 december 2022 is het wetsvoorstel door de Tweede Kamer aangenomen. TEN Advocaten houdt u op de hoogte van de voortgang.

Oproepcontracten

Op 5 juli 2022 is de hoofdlijnenbrief van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid verschenen. Een adviesbrief met enkele voorstellen ter wijziging van arbeidsrechtelijke wet- en regelgeving. Onder meer is er een voorstel opgenomen om de oproepcontracten, uitzendcontracten en de ketenbepaling te hervormen. De oproepcontracten (zowel nuluren- als min-max contracten) zouden werknemers te weinig zekerheid bieden waardoor deze afgeschaft moeten worden. De oproepcontracten moeten volgens het advies worden vervangen door een basiscontract waardoor inkomenszekerheid toeneemt. Op basis van het advies moeten er wel uitzonderingen voor scholieren en studenten worden ingevoerd.

Nog niet bekend is of het advies zal leiden tot een wetsvoorstel en of dit wetsvoorstel vervolgens in 2023 in werking zal treden. TEN Advocaten houdt u op de hoogte van de voortgang ten aanzien van mogelijke veranderingen naar aanleiding van de hoofdlijnenbrief.

Wet werken waar je wilt

Op 5 juli 2022 is door de Tweede Kamer het wetsvoorstel Wet werken waar je wilt aangenomen. Verwacht wordt dat het wetsvoorstel in 2023 nog in werking zal treden. Het betreft een aanpassing van de Wet flexibel werken. Op basis van het wetsvoorstel worden verzoeken tot thuiswerken genormaliseerd. Een verzoek om thuis te werken moet volgens de laatste wijziging van het wetsvoorstel worden getoetst aan de criteria ‘redelijkheid en billijkheid’. Of de werkgever moet instemmen met een verzoek van werknemer om thuis te werken moet dus worden beoordeeld aan de hand van een belangenafweging. TEN Advocaten houdt u op de hoogte van de voortgang ten aanzien van mogelijke veranderingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Wet werken waar je wilt.

Nieuwe wet- en regelgeving vastgoedrecht

Verhoging waarde beleggingspanden (leegwaarderatio)

Deze leegwaarderatio wordt per 2023 verhoogd door de actualisering van de tabellen. Dit ondanks dat in het coalitieakkoord was opgenomen dat de leegwaarderatio zou worden afgeschaft. Hierdoor moet over een verhuurde woning gemiddeld 33% meer belasting in box 3 betaald worden.

Afbouw en afschaffing jubelton voor de eigen woning

De schenkingsvrijstelling ten behoeve van de eigen woning (ook wel de jubelton genoemd) wordt per 1 januari 2024 volledig afgeschaft. Per 1 januari 2023 wordt de eenmalige vrijstelling voor de eigen woning al verlaagd naar € 28.947. De maximale vrijstelling bedroeg in 2022 € 106.671.

Verhoging van de startersvrijstelling

De drempelvrijstelling in de startersvrijstelling wordt verhoogd van € 400.000 (2022) naar € 440.000 (2023). Deze vrijstelling geldt voor starters op de woningmarkt met een leeftijd tot 35 jaar, mits de woning gaat functioneren als hoofdverblijf.

Verhoging overdrachtsbelasting

De overdrachtsbelasting voor vastgoed dat niet als eigen woning aangemerkt kan worden stijgt van 8 naar 10,4%.

Het verlaagde tarief van 2% en het zogenaamde starterstarief worden niet aangepast. Het tarief voor woningen in eigen gebruik blijft 2%, evenals de drempelvrijstelling overdrachtsbelasting tot € 440.000 (vrijstelling 2023) voor kopers met een leeftijd tot 35 jaar.

Afbouw hypotheekrenteaftrek eigen woning

Sinds 2014 wordt het fiscale voordeel van de hypotheekrenteaftrek afgebouwd wanneer de rente wordt afgetrokken tegen het hoogste inkomstenbelastingtarief in box 1. Dit tarief bedroeg 40% in 2022. In 2023 zal een verlaging worden doorgevoerd, waardoor de hypotheekrente definitief aftrekbaar is tegen maximaal 36,93%. Dit percentage komt overeen met het tarief van de 1e schijf in de inkomstenbelasting.

Energielabel C voor kantoorruimte

Vanaf 1 januari 2023 is het verplicht om als kantoor dat groter is dan 100 m2, een energielabel C te hebben. Wanneer een kantoor nog niet aan deze milieueisen voldoet, mag het niet meer als kantoor gebruikt of verhuurd worden. Ook voor de verhuur van slecht geïsoleerde woningen (met energielabel E,F of G) komt er in 2030 waarschijnlijk een verhuurverbod. Beleggers in vastgoed worden daarom sterk gestimuleerd om panden te (gaan) verduurzamen.

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)

Er komen maatregelen om de kwaliteit in de bouw te verbeteren en de positie van de particuliere en zakelijke consument te beschermen. Zo ben je als bouwer straks verplicht een onafhankelijke en gecertificeerde kwaliteitscontroleur in te schakelen. Ook verandert de aansprakelijkheid bij verborgen gebreken: als bouwer blijf je ook na oplevering aansprakelijk voor gebreken die een klant na het moment van de oplevering ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan jou zijn toe te rekenen. De Wkb gaat naar verwachting in op 1 juli 2023.

Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)

Bij bouw- en sloopwerkzaamheden moet een Veiligheidscoördinator Directe Omgeving zijn aangesteld. Deze zorgt voor de veiligheid en gezondheid van iedereen in de directe omgeving van de bouw- en sloopwerkzaamheden. Het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) gaat tegelijkertijd in met de Omgevingswet. De invoering van de Omgevingswet is uitgesteld naar 1 juli 2023.

Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur

Dit voorstel heeft als doel tijdelijk een begrotingsfonds in te stellen, zoals aangekondigd in het coalitieakkoord. Met dit Tranisitiefonds wil het kabinet de maatregelen bekostigen die nodig zijn om de stikstofbelasting van de natuur terug te dringen, evenals de emissies van broeikasgassen door landbouw en landgebruik. Daarnaast wil het kabinet maatregelen financieren die bijdragen aan het beschermen en ontwikkelen van de natuur en het tijdig voldoen aan de Kaderrichtlijn water en maatregelen die bijdragen aan de verduurzaming van de landbouw. De minister verzoekt de Kamer om de wet snel te behandelen, zodat het fonds in het begrotingsjaar 2024 gebruikt kan worden.

Huurrecht

Maximale jaarlijkse huurprijsverhoging in de vrije sector

Op 6 oktober 2022 heeft minister de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) een wetsvoorstel ingediend waarbij de jaarlijkse huurprijsverhoging voor woningen in de geliberaliseerde sector in 2023 wordt gemaximaliseerd.

Voor vrijesectorwoningen is de jaarlijkse huurverhoging vanaf 1 januari 2023 maximaal 4,1%. De Eerste Kamer heeft op 20 december 2022 de wetswijziging die de toegestane maximale huur wijzigt aangenomen.

De nieuwe systematiek zal gaan gelden tot 1 mei 2024. Na 2023 zal de wetswijziging worden geëvalueerd. Voor eventuele verlenging na 1 mei 2024 is een nieuw wetsvoorstel noodzakelijk.

Wijziging van de Huisvestingswet 2014 naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Huisvestingswet 2014

Op dit moment is het wetsvoorstel in voorbereiding. Dit wetsvoorstel regelt onder meer dat gemeenten bij de uitgifte van huisvestingsvergunningen vaker voorrang mogen geven aan personen die maatschappelijke of economische binding hebben met de gemeente.

Een huisvestingsvergunning is een vergunning om in een goedkopere huurwoning te mogen wonen. Daarnaast krijgen gemeenten de mogelijkheid om extra voorrang te geven aan bepaalde beroepsgroepen, zoals onderwijzers, verpleegkundigen en politieagenten. Ook krijgen gemeenten de mogelijkheid om voor het bewonen van koopwoningen tot de grens van de Nationale Hypotheekgarantie (€ 355.000 in 2022) een huisvestingsvergunning te eisen. Op grond van de Huisvestingswet kunnen gemeenten aanpassingen in de woningvoorraad vergunningsplichtig maken. Nieuw in dit wetsvoorstel is dat gemeenten deze vergunningsplicht ook kunnen invoeren op basis van leefbaarheidsargumenten.

Wet vaste huurcontracten

Dit wetsvoorstel heeft als doel huurders meer zekerheid te bieden en te beschermen tegen de negatieve gevolgen van de woningnood en ongelijke machtsposities. Het gebruik van huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd dient weer de norm te worden. Daartoe schrapt dit wetsvoorstel de mogelijkheid voor verhuurders om algemene tijdelijke huurovereenkomsten aan te bieden voor zelfstandige woningen. Dat betekent dat de verruiming die per 1 juli 2016 is ingegaan op dit punt wordt teruggedraaid. Hiermee beoogt het wetsvoorstel een betere balans aan te brengen in de machtsverhoudingen tussen huurders en verhuurders.

Wijziging van de Woningwet (huurverlaging 2023 voor huurders met lager inkomen)

Dit wetsvoorstel regelt een huurverlaging in 2023 voor huurders met een inkomen tot 120% van het zogenoemde minimum-inkomensijkpunt. Voorwaarde voor de huurverlaging is dat de woning wordt gehuurd van een woningcorporatie. De huur wordt verlaagd tot maximaal € 562,65 per maand. De regering wil met dit voorstel betalingsproblemen voorkomen door onder andere de hoge inflatie.

Wetsvoorstel Wet goed verhuurderschap

Dit wetsvoorstel is ingediend op 7 juni 2022. Met het wetsvoorstel wil de regering ongewenste verhuurpraktijken voorkomen en tegengaan en woningzoekenden, huurders en arbeidsmigranten beschermen. Om dat te bereiken richt het voorstel zich tot verhuurders van reguliere woonruimte, verhuurders van verblijfsruimte voor arbeidsmigranten en verhuurbemiddelaars.

Het voorstel introduceert verschillende instrumenten, waaronder (basis)normen voor goed verhuurderschap, de bevoegdheid om verhuurdervergunningen te introduceren en de mogelijkheid voor gemeenten om het beheer van een woning over te nemen.

Nieuwe wet- en regelgeving ondernemingsrecht

Afschermen bezoekadres Handelsregister (15 december 2022)

Het is mogelijk om je bezoekadres in het Handelsregister af te schermen als er sprake is van een (mogelijke) dreiging voor jezelf of een medebewoner. Vooruitlopend op de nieuwe wet- en regelgeving kun je het bezoekadres van je eenmanszaak laten afschermen.

Wet excessief lenen bij eigen vennootschap (1 januari 2023)

Het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ ontmoedigt belastinguitstel door directeur-grootaandeelhouders (dga’s). Als dga heb je tot 31 december 2023 om je voor te bereiden en schulden aan de eigen vennootschap die hoger zijn dan € 700.000 (exclusief eigenwoningschuld) eventueel af te lossen. Leen je meer? Dan betaal je daar 26,9% inkomstenbelasting over (tarief in 2022).

Besluit prijsaanduiding producten

Vanaf 1 januari 2023 is het verplicht om bij een product dat in de aanbieding is de ‘van’-prijs te vermelden die is gebruikt in een periode van minimaal 30 dagen voor de korting ingaat.

Het doel van dit besluit is om te voorkomen dat consumenten worden misleid door aanbiedingen.

Er zijn drie uitzonderingen op deze regel:

  • progressief lager maken van de prijs (acties met een steeds stijgende korting)
  • producten die minder dan 30 dagen op de markt zijn (introductiekorting)
  • producten die snel bederven (met een ‘te gebruiken tot’-datum)

Besluit tot vaststelling wettelijke rente

Met dit besluit wordt per 1 januari 2023 de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW aangepast van 2% naar 4%. De laatste wijziging van de wettelijke rente vond plaats per 1 januari 2015.

Wetsvoorstel Online oprichting besloten vennootschappen

Dit wetsvoorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer. Doel van dit wetsvoorstel is het mogelijk maken van het online oprichten van besloten vennootschappen (BV’s), dus zonder dat de aanvragers zich daarvoor fysiek moeten aanmelden bij een autoriteit, persoon of instantie. Verschijnen voor de notaris kan via beeldverbinding in plaats van fysiek, tenzij er vermoeden bestaat van identiteitsfraude of twijfel over de handelingsbekwaamheid van de oprichter. Het wetsvoorstel implementeert daarmee Richtlijn (EU) 2019/1151 en wijzigt Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het notarisambt.

Wet implementatie richtlijn grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen

Dit wetsvoorstel strekt tot implementatie van de richtlijn grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen (hierna: de richtlijn). De uiterste datum waarop deze richtlijn moet zijn omgezet in Nederlands recht is 31 januari 2023.

De richtlijn beoogt de vrijheid van vestiging binnen de Europese Unie (EU) te bevorderen door het voor vennootschappen gemakkelijker te maken om grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen te effectueren, terwijl de rechten van belanghebbenden (aandeelhouders, schuldeisers en werknemers) worden versterkt. Bij omzetting wordt de vennootschapsvorm gewijzigd in een andere (bijvoorbeeld een Nederlandse BV verandert in een Belgische BV). Bij fusie versmelten twee of meer vennootschappen met elkaar. Bij splitsing, tot slot, gaat (een deel van) het vermogen van een vennootschap over op een of meer andere vennootschappen.

Wetsvoorstel Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie

Dit wetsontwerp is in juli 2022 ingediend en voert tijdelijk wijzigingen door in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek omtrent de turboliquidatie. Turboliquidatie is de ontbinding op eigen initiatief van rechtspersonen zonder baten. De wijzigingen betreffen de introductie van een financiële verantwoordingsverplichting voor bestuurders en de mogelijkheid om een civielrechtelijk bestuursverbod op te leggen in geval van misbruik. Doel hierbij is om het vertrouwen in de regeling te vergroten en de turboliquidatie op die manier een toegankelijker instrument te maken voor ondernemers die hun bedrijf willen beëindigen.

Nieuwe wet- en regelgeving privacyrecht

Wetsvoorstel Verzamelwet gegevensbescherming

Het wetsvoorstel wijzigt de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG), die op 25 mei 2018 in werking is getreden en enkele andere wetten. De wijziging gaat over het stroomlijnen en actualiseren van het gegevensbeschermingsrecht.

EU-VS Data Privacy Framework

Het oude framework (Privacy Shield) is eerder onrechtmatig verklaard door het Europese Hof. Met de nieuwe maatregelen moet de toegang van Amerikaanse inlichtingendiensten tot opgeslagen gegevens beperkt worden tot wat noodzakelijk is voor de nationale veiligheid. Ook zijn er aanvullende afspraken gemaakt over een onafhankelijke klachtenafhandeling.

De Europese commissie moet nu een zogenaamd adequaatheidsbesluit nemen. Zodra dat is gebeurd kunnen er weer persoonsgegevens worden uitgewisseld met bedrijven in Amerika op basis van een adequaatheidsbesluit. Of deze afspraken stand gaan houden wordt door experts betwijfeld. Ze zien in ieder geval uit naar het advies dat de Europese toezichthouder (EDPB) zal geven over het adequaatheidsbesluit.

Nieuwe wet- en regelgeving familierecht

Wijziging ouderlijk gezag

Per 1 januari 2023 geldt dat ongehuwde en niet-geregistreerde partners automatisch gezamenlijk het ouderlijk gezag krijgen met de moeder wanneer zij hun kind erkennen. Dit geldt enkel voor erkenningen die hebben plaatsgevonden na 1 januari 2013. Het gezag hoeft in die gevallen niet meer separaat te worden ingeschreven in het gezagsregister of te worden aangevraagd bij de rechter.

Is het kind voor 1 januari 2023 erkend, dan moet het gezag nog wel apart worden geregeld.

Wijziging rekenmethode partneralimentatie

Daarnaast verandert per 1 januari 2023 de rekenmethode voor partneralimentatie. Per die datum wordt rekening gehouden met een “woonbudget” van 30% van het netto besteedbaar inkomen in plaats van de werkelijke woonlasten. In de berekening van kinderalimentatie wordt al gerekend met een forfaitair tarief voor de woonlasten. Door deze nieuwe rekenmethode worden de verschillen tussen partner- en kinderalimentatie zo veel mogelijk beperkt.

Voor meer informatie over hoe u kunt berekenen hoeveel alimentatie u voor de kinderen en/of uw ex-partner moet betalen, verwijzen wij u naar deze pagina.

Het te verdelen pensioen bij scheiding

In januari 2022 hebben wij u geïnformeerd over het feit dat per 1 juli 2022 de nieuwe Wet verdeling van het pensioen bij scheiding in werking zou treden. De invoering van deze wet is echter uitgesteld. De reden voor dit uitstel is dat er een wijziging aanstaande is van het gehele pensioenstelsel. De overheid heeft daarom besloten om de pensioenverdeling bij scheiding pas per 2027 te gaan wijzigen zodat het gehele pensioenstelsel in één keer gewijzigd kan worden.

Aftrektarief partneralimentatie verlaagd

Betaalt u partneralimentatie, dan is dit mogelijk (deels) aftrekbaar. Sinds 2020 wordt de hoogte van dit aftrektarief echter stapsgewijs al afgebouwd en per 1 januari 2023 is dit tarief nog verder verlaagd. In 2023 geldt namelijk voor inkomens vanaf € 73.031,- dat de betaalde partneralimentatie tegen maximaal 36,93% aftrekbaar is. In 2022 was dit nog maximaal 40% voor inkomens vanaf € 69.398,-. Concreet houdt dit in dat u minder belasting terugkrijgt dan voorheen.

Geschreven door

Anouk van Eijkeren

advocaat & mediator
familierecht, mediation

anouck
Geschreven door

Anouk Kolk

advocaat
privacyrecht, ondernemingsrecht, vastgoedrecht

anouk kolk