hoe vertel ik het de kinderen

Moet ik alimentatie betalen als mijn ex geen werk wil zoeken?

Personen- en familierecht

Moet ik alimentatie betalen als mijn ex geen werk wil zoeken?

Vaak worden in het kader van een echtscheiding, dezelfde of vergelijkbare vragen gesteld. In deze reeks artikelen “De meest gestelde vragen in het kader van een echtscheiding” zullen de familierecht advocaten van TEN een aantal van deze vragen beantwoorden.

Vraag:

Moet ik alimentatie betalen als mijn ex geen werk wil zoeken?

Antwoord:

Het korte antwoord luidt: alimentatie wordt bepaald op basis van de behoefte van de ontvanger en de draagkracht van de betaler. Die draagkracht en behoefte worden niet alleen bepaald door wat iemand feitelijk verdient, maar ook door wat diegene redelijkerwijs zou kunnen verdienen; de zogeheten verdiencapaciteit. De rechtbank verwacht van beide partijen dat zij redelijke inspanningen leveren om financieel onafhankelijk te worden na een scheiding. Als uw ex-partner ervoor kiest om geen werk te zoeken, kan dit invloed hebben op de beoordeling van de rechtbank bij het vaststellen van alimentatie, maar het is geen garantie dat de alimentatieplicht wordt opgeheven. In dit artikel zetten we uiteen hoe het zit.

Alimentatie is een financiële bijdrage in de kosten van levensonderhoud na een echtscheiding. De partner met de meeste inkomsten betaalt alimentatie aan de minder draagkrachtige partner en/of aan de kinderen uit de relatie. Er zijn twee vormen van alimentatie: kinderalimentatie en partneralimentatie. Kinderalimentatie is verplicht als u minderjarige kinderen hebt. Partneralimentatie kan alleen worden gevraagd/verstrekt als u getrouwd was of een geregistreerd partnerschap had. Over partneralimentatie maakt u afspraken met uw ex-partner.

Onderhoudsplichtig
Wanneer u getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap hebt en u gaat scheiden, dan bent u onderhoudsplichtig naar uw kinderen en naar elkaar. De onderhoudsplicht voor kinderen geldt tot het kind 21 jaar is (of langer als het kind bijvoorbeeld door een handicap niet zelf in zijn levensonderhoud kan voorzien). Vanaf de achttiende verjaardag ontvangt het kind zelf de kinderalimentatie. Ex-partners zijn ook wettelijk verplicht elkaar te onderhouden. De minst draagkrachtige ex-partner kan partneralimentatie vragen.

Vaststellen van de behoefte
De alimentatie wordt bepaald op basis van de behoefte van de ontvanger en de draagkracht van de betaler. De behoefte van een ex-partner is in de regel 60% van het totale netto gezinsinkomen minus de kosten voor de kinderen. De behoefte (kosten) van de kinderen wordt afgemeten aan het inkomen dat er was ten tijde van het samenleven, en de leeftijd van de kinderen. Is de behoefte van beide ex-partners vastgesteld, dan is de volgende vraag of en in hoeverre zij met hun werk en/of vermogen zelf in hun maandelijkse behoefte kunnen voorzien.

Verdiencapaciteit
Bij het bepalen van de alimentatie wordt niet alleen gekeken naar wat iemand feitelijk verdient, maar ook naar wat diegene redelijkerwijs zou kunnen verdienen; de zogeheten verdiencapaciteit.
Dat geldt zowel voor de betalende als voor de ontvangende partij. Immers, als alleen het feitelijke inkomen zou tellen, zou een alimentatieplichtige ervoor kunnen kiezen om minder te gaan werken (of te stoppen met werken) , zodat hij/zij minder (of geen) alimentatie hoeft te betalen. En omgekeerd zou de alimentatiegerechtigde simpelweg achterover kunnen leunen aangezien hij/zij toch alimentatie ontvangt. Van beide partijen wordt dus verwacht dat zij redelijke inspanningen leveren om financieel onafhankelijk te worden na een scheiding.

Fictief inkomen
Wat iemand redelijkerwijs zou kunnen verdienen verschilt per persoon en dus wordt de verdiencapaciteit per geval vastgesteld. Dit gebeurt door een afweging van verschillende factoren, waaronder leeftijd, opleiding, werkervaring, de zorg voor jongere kinderen en de arbeidsmarkt. Deze afweging kan leiden tot het oordeel dat de verdiencapaciteit van de alimentatiegerechtigde hoger ligt dan wat diegene feitelijk verdient. Bijvoorbeeld doordat deze een hoog opleidingsniveau heeft, en er een ruim aanbod aan vacatures is. Er wordt dan rekening gehouden met een fictief (hoger) inkomen waarmee de alimentatiegerechtigde in potentie in de eigen behoefte kan voorzien. Als gevolg daarvan hoeft de alimentatieplichtige minder alimentatie te betalen.

Van fictief naar reëel inkomen
Wanneer is bepaald dat de alimentatiegerechtigde in principe (al dan niet deels) in zijn/haar eigen behoefte kan voorzien, ontstaat een inspanningsverplichting; de alimentatiegerechtigde moet zijn/haar best doen om ervoor te zorgen dat het fictieve inkomen ook het reële inkomen wordt. In de praktijk betekent dat vaak solliciteren of een opleiding volgen om zo sneller of meer aan het werk te kunnen.

Geen werk
De alimentatieplichtige heeft het recht om periodiek te laten toetsen of de ander aan de inspanningsverplichting voldoet. Ook kan deze diens ex wijzen op zijn/haar inspanningsverplichting om het inkomen te vergroten en vragen naar het aantonen van sollicitaties of daaraan gerelateerde activiteiten. Heeft de alimentatiegerechtigde na enkele jaren nog steeds geen (ander) werk gevonden, dan kan de alimentatieplichtige een procedure tot wijziging van de alimentatie aanhangig doen maken.

Antwoord op de vraag
De alimentatiegerechtigde kan niet worden verplicht om te werken. Maar als deze wél in staat is om te gaan werken, maar de bewuste keuze maakt dit niet te doen, dan kan dit diegene worden aangerekend bij het bepalen van de alimentatie. Het antwoord op de vraag of u alimentatie aan uw ex-partner moet betalen als deze geen werk wil zoeken, is dus verschillend van geval tot geval. Met name de verdiencapaciteit speelt hierin een grote rol.

Meer informatie
Hebt u vragen naar aanleiding van dit artikel of wilt u meer informatie over alimentatie, verdiencapaciteit of het wijzigen van partneralimentatie? Neem dan vrijblijvend contact op met een van de familierechtspecialisten van TEN Advocaten. Wij helpen u graag!

Geschreven door

Linda van Putten – van den Heuvel

advocaat 
familierecht

linda van putten van den heuvel